Welke rol neem jij aan als leider?
De rol die een leider binnen een organisatie op zich neemt is van grote invloed op hoe medewerkers functioneren en wat voor een werksfeer binnen de organisatie hangt.
Leiderschap betekent: 'het beïnvloeden, motiveren en helpen van anderen om ervoor te zorgen dat een organisatie effectiever en succesvoller wordt'.
Uit wetenschappelijke onderzoek blijkt dat de path-goal leiderschaptheorie het meest effectieve leiderschapsrol is. Deze leiders passen zich aan de werknemers en de situatie om zo de verwachtingen van de werknemers met betrekking tot gewenste resultaten en positieve uitkomsten te beïnvloeden. Deze leiders verhelderen de link tussen gedrag en uitkomsten van werknemers, beïnvloeden de waarde van die uitkomsten en faciliteren daarnaast een werkomgeving voor werknemers waar ze het beste uit zichzelf kunnen halen. Leiders kunnen de volgende vier stijlen aannemen.
De eerste stijl is taak-georienteerd. Deze sturende leiders verhelderen en structureren de rollen van de werknemers. Daarnaast letten ze erop dat de werknemers zich aan de regels houden en dat ze presteren. Uit het onderzoek blijkt dat werknemers met deze leiders hogere prestaties laten zien.
De tweede stijl is persoon-georienteerd. Deze leiders bieden psychologische ondersteuning aan werknemers. Daarnaast vinden zij belangrijk dat men vertrouwen in elkaar heeft en respect toont ongeacht iemands rang in het bedrijf. Ook tonen zij betrokkenheid bij hun werknemers. Deze werknemers hebben daardoor positieve attitudes, lage arbeidsverzuim en minder klachten.
De derde stijl is de participerende stijl. Deze leiders betrekken medewerkers bij het maken van beslissingen. De medewerkers kunnen bijvoorbeeld werkgerelateerde input geven en deelnemen aan issues die de organisatie aan gaat. Hierbij hebben de medewerkers als de managers evenveel te zeggen.
Ten slotte is er nog de prestatiegerichte leiders. Zij benutten optimaal de capaciteit van medewerkers en halen het maximale uit hen.
Een kanttekening bij deze leiderschapsrol is dat men rekening moet houden met de vaardigheid en ervaring van de medewerkers. Als een medewerker onervaren is dan kan men optreden als een steunend en sturend leider. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met de taakstructuur. Heeft een medewerker te maken met een moeilijk taak dan kun je als leider beter sturend en participerend optreden. Bovendien speelt locus of control ook een rol hierbij. Medewerkers met een externe locus of control hebben meer baat bij steunende en sturende leiders.
Welke rol neem jij aan binnen jouw organisatie?